Open toelatingsbeleid biedt kansen voor refoscholen

W.C. van der Toorn (reformatorisch schoolleider) - afkomstig uit: Reformatorisch Dagblad (2013-02-16)

De vrijheid van scholen om een eigen toelatingsbeleid te voeren moet worden ingeperkt, zo werd vorige week vanuit Den Haag vernomen. Scholen mogen niet langer van ouders vragen dat ze de grondslag onderschrijven. Als ouders toezeggen de grondslag te respecteren, is dat voldoende. Volgens VVD-Kamerlid Straus „moeten ouders de mogelijkheid hebben om hun kind naar de beste school in de buurt te sturen” (RD 7-2).

Als je de kranten leest en je oor te luisteren legt bij bestuurders en onderwijsgevenden in het reformatorisch onderwijs, zou je denken dat dit plan bijzonder slecht is voor scholen met een reformatorische identiteit. Het is een „volgende aanval op het reformatorisch onderwijs.” Ook het hoofdredactionele commentaar in deze krant (RD 8-2) meldde: „Als scholen gedwongen worden iedereen te accepteren die belooft de grondslag te respecteren, halen ze niet alleen de leerlingen maar ook hun ouders binnen.” Dat is zo. Maar moet je deze ontwikkeling echt alleen maar negatief duiden? Hoe sta je als school achter je grondslag en het beleid voor het toelaten van leerlingen?

Op onze school, waar altijd al een open toelatingsbeleid wordt gehanteerd, heeft dit nog nooit tot problemen geleid. In de jaren negentig startte er in Nederhemert een protestants-christelijke school omdat sommigen het toenmalige beleid op school te behoudend vonden. Veel ouders –onder wie niet- en randkerkelijken– bleven toch kiezen voor onze school.

Op dat moment waren er wel ouders die het bestuur maanden om van De Wegwijzer een echte reformatorische school te maken en het open toelatingsbeleid los te laten. Dat is destijds een serieus agendapunt geweest. Het bestuur besloot echter unaniem om het open toelatingsbeleid te hand­haven, ondanks dat er een andere school in het dorp was gekomen. Dit is een bewuste keuze geweest, waar we als bestuur en team nog steeds volledig achter staan.

Een open toelatingsbeleid biedt namelijk kansen. Denk maar aan kinderen die niet- of randkerkelijk zijn en nu dagelijks op verschillende momenten met Gods Woord in aanraking komen. Het biedt ons de mogelijkheid ook hen met het Evangelie te bereiken.

De ouders van de bewuste leerlingen zijn betrokken bij de school. Ze zetten zich bijvoorbeeld in als hulpouders binnen de school. Hierdoor zijn er goede en waardevolle contacten mogelijk tussen leerkrachten en ouders en tussen ouders onderling. Door op een positieve wijze met elkaar om te gaan, voelen ook deze ouders zich welkom. Dit maakt dat er voor hen weinig reden is om zich af te zetten tegen het beleid van de school.

Bij inschrijving verklaren alle ouders in te stemmen met het beleid van de school. Het is uiteraard de bedoeling dat zij zich daar ook aan houden. Wij geven hun aan de andere kant de ruimte om volwaardig en volledig mee te draaien met de activiteiten van de school. Hierdoor heeft de school een breed draagvlak binnen het dorp en kan op deze wijze ook samenwerken met andere verenigingen in het dorp.

In een dergelijke situatie moet je als school overigens wel duidelijk maken wie je bent en waar je voor staat. Voorkom echter dat je muren opwerpt voor andersdenkenden. Stel je open, eerlijk en constructief op, dat oogst waar­dering en respect.

Natuurlijk hebben we op onze school ook spelregels. Bij het benoemen van een nieuwe leerkracht wordt door bestuur en managementteam doorgevraagd hoe de sollicitant tegen een open toelatingsbeleid aankijkt en wordt duidelijk gemaakt welke consequenties dat beleid heeft.

Van ouders van leerlingen wordt gevraagd de grondslag en het beleid van de school te respecteren. Ze weten welke Bijbelvertaling en psalmberijming we gebruiken en dat we het onderwijs vanuit die grondslag gestalte geven.

Aan de andere kant zijn er geen kledingregels voor ouders noch kinderen. Als hier helder en consequent beleid over wordt gevoerd, hoeft dit niet tot problemen te leiden. Hiermee wordt de zuil doorbroken en is er voldoende gelegenheid om op veel momenten met andere ouders in contact te zijn en te komen.

Het open toelatingsbeleid is een verrijking voor de bestuurs- en teamleden én voor de kinderen in de groepen. Het geeft ruimte om de schoolvisie weer te geven. Niet van de wereld maar wel in de wereld. Als we op die manier te werk gaan, kunnen veel deuren open en kunnen we met en voor elkaar het goede zoeken.

Onze slogan vanuit het schoolplan is ”Samen voor elkaar”. Dit geeft in de eerste plaats de relatie weer tussen de Heere en degenen die een taak hebben in het onderwijs. Verder maakt het duidelijk dat we ons werk niet alléén doen als leerkrachten/bestuurders/ouders. De slogan suggereert een relatie. We hebben samen een taak in deze wereld, zonder etiketten te plakken; dat is niet ónze taak. Er moet een samenhang zijn tussen God en de school, bestuurders, leerkrachten, kinderen en ouders.

Het besef dat iedereen ertoe doet, is het fundament voor ons open toelatingsbeleid. We sluiten geen deuren voor andersdenkenden. Die houding vinden we ook terug in Gods Woord.

Ben je er als ‘echte’ reformatorische school echt voor iedereen in de omgeving? Ik daag de reformatorische scholen uit om na te denken over de verrijking die een open toelatingsbeleid kan bieden.

De auteur is directeur van christelijke basisschool De Wegwijzer te Nederhemert; deze bijdrage verscheen eerder als opinieartikel in het Reformatorisch Dagblad.