Wet informeel onderwijs

2 januari 2025

Staatssecretaris Mariëlle Paul (Onderwijs) wil verder met het oude idee van minister Wiersma over toezicht op het informele onderwijs. De eerdere aankondiging in het hoofdlijnenakkoord wordt concreter nu de internetconsultatie van een wetsvoorstel is gestart. Niet alleen organisaties uit religieuze hoek uiten zich negatief over het voorstel, maar ook de onderwijsinspectie zelf is kritisch.

Het doel van het wetsvoorstel is dat het makkelijker wordt om op te treden tegen lessen buiten het reguliere onderwijs die aanzetten tot haat, discriminatie of geweld. De staatssecretaris benadrukt dat er nu bijna geen mogelijkheden zijn om in het informeel onderwijs in te grijpen als er serieuze signalen zijn dat kinderen worden aangezet tot discriminatie of haat en daarmee worden opgezet tegen de Nederlandse samenleving.

Het onderwerp heeft al bijna 10 jaar de aandacht van de polotiek. In 2016 diende de SGP een motie in om een eind te maken aan de verspreiding van radicaal gedachtegoed op Koranscholen. Daar deed de regering aanvankelijk niets mee. De zaak kwam in een stroomversnelling toen in 2019 uit perspublicaties bleek dat salafistische Koranscholen kinderen leerden dat overspeligen, homoseksuelen en afvalligen van de islam de doodstraf verdienen. Verder bleken zo'n dertig Chinese weekendscholen van de Chinese overheid politiek gekleurd lesmateriaal te ontvangen.

In maart 2024 heeft de Tweede Kamer een motie van Chris Stoffer (SGP), ook ondertekend door CU en CDA, aangenomen waarin gepleit wordt om het toezicht alleen te richten op situaties van radicalisering en strijdigheid met de rechtsorde. Paul heeft deze motie naast zich neergelegd en hanteert in het wetsvoorstel een bredere doelstelling, namelijk het beschermen van kinderen tegen haat, geweld of discriminatie. Daarmee vallen niet alleen Koranscholen onder de wet, maar ook algemeen jongerenwerk en de catchisaties van de protestants-christelijke kerken.

Reacties samenleving
Eind november startten 10 kerkelijke jongerenorganisaties een petitie tegen de wet. Woordvoerder Bert Kalkman: "Met dit wetsvoorstel plaatst de overheid hele bevolkingsgroepen onterecht in een verdachtenbankje." De opstellers van de petitie zijn van mening dat de voorgenomen wet "buitenproportioneel" is en "wantrouwen in de overheid bij groepen Nederlandse burgers bevordert". Zij verzoeken de staatssecretaris "de signalen van de landsadvocaat, onderwijsinspectie, het ambtelijk advies van OC&W, onze organisaties en de ondertekenaars van deze petitie serieus te nemen en de voorgenomen Wet toezicht informeel onderwijs van tafel te vegen".

Het Overlegorgaan Joden, Christenen en Moslims (OJCM) heeft een verklaring gepubliceerd waarin staat dat de wet "disproportioneel zou ingrijpen op situaties die binnen de vrijheid van godsdienst vallen". Bovendien zou de nieuwe wet verdere polarisatie en spanningen in de hand kunnen werken, aldus het OJCM. Muhsin Köktas, voorzitter van het OJCM, voelt zich niet gezien door de regering. "We hebben al meerdere keren gesprekken gehad met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, maar dat leverde niets op."

Het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) dat spreekt namens 26 christelijke kerkgenootschappen en 2 Joodse gemeenschappen vindt het zeer problematisch "dat de wet pleit voor een systeem waarbij allerlei personen en instanties 'aangifte' kunnen doen bij de onderwijsinspectie, die vervolgens - zonder de aangeklaagde in te lichten - een onderzoek kan starten. Met het wetsvoorstel wordt "een kliksysteem de belangrijkste informatiebron van de onderwijsinspectie". Het CIO: "In een gepolariseerd land burgers aanmoedigen om elkaars niet-politieke mening te rapporteren bij een toezichthouder is on-Nederlands."

Ook de VGS en de VBSO, de besturenorganisaties van het reformatorisch onderwijs zijn uiterst kritisch en stellen dat het wetsvoorstel in het licht van de Grondwet onhoudbaar is. Reformatorische kerken en organisaties bieden op grote schaal informeel onderwijs aan. "Onze vormingsactiviteiten zijn erop gericht de jongeren heen te wijzen naar een houding van God liefhebben boven alles en de naasten als onszelf", licht VBSO-bestuurder Arno Bronkhorst toe. "Dat zorgt als het goed is niet voor een zich afkeren van die anderen, maar wel voor een zich onderscheiden van de medemensen met andere levensvisies." De organisaties benadrukken de pedagogische waarde van het informele onderwijs en zijn er tegen dat de ruimte van het informele onderwijs op moreel-inhoudelijk gebied juridisch ingekaderd wordt.

Gesprek jongeren en predikant
Elk gesprek tussen jongeren en een predikant valt onder de reikwijdte van het wetsvoorstel

Reacties politiek
De fracties van SGP en ChristenUnie zijn boos over het wetsvoorstel dat toezicht op het informeel onderwijs regelt. Als de wet er komt, zal de SGP-fractie haar constructieve houding ten opzichte van het kabinet-Schoof laten varen. De kritiek heeft naast de christelijke partijen ook DENK verwoord tijdens het debat over de onderwijsbegroting. Do?ukan Ergin (DENK) vreest dat PVV-bewindslieden met deze wet in handen op "koranscholenjacht" gaan.

De staatssecretaris heeft gereageerd op het verwijt dat de wet inbreuk zou maken op de vrijheid van godsdienst. "Daar is totaal geen sprake van. De inspectie kan niet zomaar achter elke voordeur gaan kijken, er moet sprake zijn van serieuze signalen." Daarmee versterkt ze de suggestie dat vrijheid van godsdienst vooral iets is voor achter de voordeur en niet voor een open samenleving.

Onderwijsinspectie
Niet alleen religieuze organisaties lopen te hoop tegen het plan van het kabinet om weekendscholen onder overheidstoezicht te brengen. Ook de Inspectie van het Onderwijs, die het toezicht zou moeten uitvoeren, is fel tegen. Het wetsvoorstel voor toezicht op onder andere moskeescholen en zondagsscholen is volgens de inspectie niet uitvoerbaar, niet effectief en staat op gespannen voet met de rechtsstaat. Gesprekken voeren en lessen observeren - zoals in het gewone onderwijs - heeft weinig zin. Wie kwaad wil, kan omstreden boodschappen zonder veel moeite geheim houden. De inspectie vraagt zich af: moet ze nu zoals de politie gesprekken gaan afluisteren om bewijs te verzamelen?

Het lijkt alsof minister Bruins (NSC, ex-ChristenUnie) meer gevoelig is voor de kritische reacties van de inspectie en uit de samenleving dan zijn staatssecretaris. Hij stelde tijdens het debat over de Onderwijsbegroting voor 2025 dat hij de opvatting van de Onderwijsinspectie over controles serieus zal wegen.

Bronnen:

> Terug naar het nieuwsoverzicht <