Gerdien Bertram-Troost hoogleraar Onderwijs in levensbeschouwelijk en pedagogisch perspectief

2 maart 2022

"De vrijheid van onderwijs is tot op de dag van vandaag 'hard nodig', juist met het oog op de menswording van nieuwe generaties leerlingen." Prof. dr. Gerdien Bertram-Troost heeft op vrijdag 18 februari 2022 officieel haar rede uitgesproken bij de aanvaarding van haar ambt als hoogleraar Onderwijs in levensbeschouwelijk en pedagogisch perspectief. Haar leerstoel is mede mogelijk gemaakt door Verus, besturenorganisatie voor het protestants-christelijk en katholiek onderwijs.

Gerdien Bertram-Troost hoogleraar Onderwijs in levensbeschouwelijk en pedagogisch perspectiefWat draagt levensbeschouwelijk onderwijs bij aan de menswording van kinderen en jongeren in een samenleving waar het vertrouwen laag is? Over deze vraag buigt Gerdien Bertram- Troost zich onder meer in haar leerstoel.

'In essentie draait vrijheid van onderwijs om de ruimte om op basis van een eigen (...) mens- en wereldbeeld tot een visie en invulling van "goed onderwijs" en "goed samenleven" te komen', aldus de hoogleraar. 'Die vrijheid biedt de mogelijkheid om een tegengeluid te laten horen richting neoliberalisme en het dominante marktdenken en economisch perspectief die het onderwijs steeds meer in haar greep houden. Want die zetten (...) de ruimte voor menswording in onderwijs nu ernstig onder druk. Precies met het oog op menswording is de vrijheid van onderwijs tot op de dag van vandaag zo hard nodig!'

In het onderwijs gaat het er niet zozeer om wat we leerlingen en studenten meegeven aan kennis en vaardigheden, betoogde Bertram-Troost. 'Uiteindelijk draait het om wat ze zelf gaan doen met alles wat ze in onderwijs meegekregen hebben en draait het om hoe ze als mens in de wereld verschijnen en hoe ze zich tot die wereld willen verhouden. Ofwel, om menswording.'

Bedreiging
In haar oratie zette professor Bertram-Troost kritische kanttekeningen bij het recente advies van de Onderwijsraad over onderwijsvrijheid, getiteld Grenzen stellen, ruimte laten. In dat advies pleit de raad voor een verplicht, gemeenschappelijk deel van burgerschapsvorming voor alle scholen. De onderwijsvrijheid biedt scholen ruimte om aan die kern - vanuit hun eigen identiteit of overtuiging - elementen toe te voegen. Tegelijk mogen scholen dan niet de 'buitengrenzen' overschrijden van wat wettelijk is toegestaan en maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht. De ruimte tussen de gemeenschappelijke kern en de voor iedereen geldende buitengrenzen noemt de Onderwijsraad de 'groene zone'.

Bertram-Troost is niet gecharmeerd van dit denkmodel. 'Vrijheid van onderwijs lijkt tot de marge teruggedrongen en de grenzen zijn hard en vastomlijnd. Daarbij ontbreekt de erkenning dat scholen juist vanuit hun eigenheid óók met het oog op de samenleving als geheel iets waardevols toe te voegen hebben aan de kern.' Er is, vervolgt ze, 'immers alleen in de groene zone ruimte voor het "eigen verhaal" van de school.'

Bijzonder
Het huidige burgerschapsbeleid getuigt sowieso 'van weinig vertrouwen in de veerkracht van de samenleving en de bijdrage die minderheidsgroepen aan de samenleving als geheel kunnen leveren', aldus Bertram-Troost. Ze bespeurt 'in algemene zin' een afnemend vertrouwen in minderheidsgroepen, 'niet in de laatste plaats voor religieuze minderheidsgroepen.' Diversiteit in mens- en wereldbeelden wordt met name als een bedreiging voor de sociale samenhang gezien, constateert de hoogleraar. 'En niet zozeer als een mogelijke verrijking van perspectieven, om samen met en van elkaar te kunnen leren.'

Ook in de publieke discussie over ons Nederlands onderwijsstelsel is volgens haar die tendens sterk zichtbaar. 'Ondanks dat tot op de dag van vandaag een ruime meerderheid van ouders en leerlingen kiest voor bijzonder onderwijs, neemt de kritiek op het bijzonder onderwijs in de publieke opinie toe. En dan vooral op die vormen van bijzonder onderwijs waar men niet schroomt om een eigen geluid op mens, wereld en vorming te laten horen.'

Bertram-Troost stelt dat velen kennelijk vergeten dat 'er geen neutraal perspectief is om van goed onderwijs of goed samenleven te spreken.' In die brede zin is al het onderwijs levensbeschouwelijk: 'Aan de keuzes die in en ten aanzien van onderwijs gemaakt worden ligt altijd een mens- en wereldbeeld ten grondslag. Of men zich daar nu bewust van is of niet. En of het nu religieus geïnspireerd is of door bijvoorbeeld het neoliberalistisch marktdenken. Neutraal onderwijs bestaat niet, evenmin als een "neutrale kern".'

Maakbaarheid
Betram-Troost constateert dat de druk van het maakbaarheidsdenken groot is. "Als je daar niet heel bewust van bent en met elkaar stilstaat bij hoe het ook anders zou kunnen, word je daar heel snel in meegetrokken. Daarom moeten we met elkaar, vanuit onderzoek én praktijk, juist blijven stilstaan bij waar het ten diepste om draait in het onderwijs en hoe we in onderwijs naar leerlingen en docenten willen kijken. Zijn zij 'de knoppen waar je aan draait' om een goed presterende school mee te kunnen bereiken? Of zijn zij primair mede-mens die je vertrouwen kunt en wilt geven? Vanuit de leerstoel wil ik benadrukken hoe belangrijk het is om elkaar in onderwijs als mens te blijven zien. Mensen zijn geen machines. Elk kind verdient het om zo goed mogelijk geholpen te worden een plekje in deze wereld te vinden. Om te leren verantwoordelijkheid voor zichzelf te nemen en het goede te doen met zijn of haar talenten en gaven. Elk kind is van waarde, ongeacht zijn of haar schoolprestaties."

Bronnen:

Via deze bronnen is ook de volledige oratie te downloaden.

> Terug naar het nieuwsoverzicht <