Thuisonderwijs onder kritiek. Terecht?

8 april 2015

Thuisonderwijs wordt kritisch bejegend, niet alleen door staatssecretaris Sander Dekker, maar ook door wethouder Hugo de Jonge uit Rotterdam. De vraag is welk probleem deze bestuurders aan willen pakken. Onderzoekers met kennis van het onderwijs benadrukken vooral de waarde van het thuisonderwijs. Een overzicht.

Al sinds 2013 zint staatssecretaris Dekker op manieren om het aantal kinderen dat thuisonderwijs krijgt naar beneden te krijgen. In de Tweede Kamer is op dit moment echter geen meerderheid om artikel 5 sub b van de Leerplichtwet aan te passen. Daarom is de staatssecretaris als tussenstap bezig met een inventarisatie van al het onderwijs dat op een andere plaats dan op school gegeven wordt.

In Nederland zijn er 3 groepen ouders die kiezen voor thuisonderwijs. De grootste groep betreft ouders met een antroposofische of holistische overtuiging. Daarnaast zijn er islamitische en christelijke ouders die voor thuisonderwijs kiezen. Hoe de verdeling tussen de verschillende groepen exact is, is niet bekend. Lokaal onderzoek maakt duidelijk dat het in Amsterdam vooral om antroposofen gaat. In die stad zouden slechts 4 van circa 30 leerlingen een islamitische achtergrond hebben. In Rotterdam is de laatste jaren het aantal leerlingen dat thuisonderwijs krijgt, verdubbeld. Volgens wethouder Hugo de Jonge gaat het bij deze groei uitsluitend om islamitische ouders die aanhanger zijn van het salafisme.

Maatregelen
In Rotterdam kiest wethouder De Jonge voor een actief beleid. Alle ouders van kinderen met ontheffing zijn in een brief opgeroepen om met de wethouder in gesprek te gaan. Als vervolgstap wil hij de leerplichtambtenaar inzetten om de ouders te bevragen over het onderwijs dat ze geven. En hij dreigt zelfs met de rechter. "Desnoods moet de rechter maar een uitspraak doen."

Een woordvoerder van de onderwijswethouder in Amsterdam stelt eerst dat de gemeente wel contact kan opnemen met het Openbaar Ministerie, waardoor gezinnen een boete kunnen krijgen, maar erkent gelijk dat de mogelijkheden beperkt zijn. Op grond waarvan ouders die ontheffing hebben van de leerplicht dan een boete zouden kunnen krijgen, wordt niet duidelijk.

Redenen
De bestuurders die het thuisonderwijs willen terugdringen geven verschillende redenen hiervoor op. De Amsterdamse wethouder onderwijs Simone Kukenheim: "Er zit geen toezicht op, waardoor we niet weten of de kwaliteit voldoende is."

Wethouder Hugo de Jonge gaat verder en spreekt daarmee ook een waardeoordeel uit over ouders die hun kinderen thuisonderwijs geven. "Naar school gaan is onderdeel van een gezonde sociaal-emotionele ontwikkeling." Hij is ook van mening dat ouders hun kinderen niet thuis mogen houden als ze pedagogische bezwaren hebben tegen het 'naar school gaan' als zodanig, een idee dat in zekere zin bij antroposofische ouders een rol speelt. Deze CDA-wethouder is van mening dat je een specifieke levensvisie ook buiten schooltijd aan kinderen kunt meegeven.

De aversie tegen thuisonderwijs hangt ook samen met de angst voor radicalisering. Ouders zouden hun kinderen kunnen indoctrineren en hun onderwijs ontzeggen. Henk Blok, onderzoeker aan het Kohnstamm Instituut voor onderwijs en opvoeding: "Als iemand zijn kind wil indoctrineren, kan dat ook als het kind naar school gaat. De jihadisten die nu naar Syrië zijn gereisd, gingen naar een gewone school."

Waarde
Onderzoeker Blok zou het 'eeuwig zonde' vinden als Dekker het thuisonderwijs verder beperkt. Volgens hem is thuisonderwijs een uitkomst voor leerlingen die ziek zijn, of erg gepest worden. De extra aandacht die een leerling op deze manier kan krijgen, kan van wezenlijk belang zijn voor het kind. Deskundigen geven aan dat de groep leerlingen met een problematische schoolgang - denk aan lichamelijke of psychische problemen en aan kinderen die hoogbegaafd zijn of gepest worden - bijna het tienvoudige is van de kinderen die vanwege 'richtingsbezwaren' een vrijstelling hebben. En in totaal betreft het 0,2 % van alle kinderen tussen 5 en 15 jaar.

In ieder geval blijkt uit onderzoek dat kinderen die thuis worden geschoold net zulke goede resultaten behalen als schoolgaan de kinderen. Sjoerd Karsten, emeritus hoogleraar onderwijskunde
aan de Universiteit van Amsterdam: "Sterker nog: ze hebben vaak zelfs een voorsprong."
Ook is er geen enkel bewijs dat flexibel zijn over thuisonderwijs er voor zorgt dat de groep leerlingen die thuis onderwijs krijgt sterk groeit.

Het idee dat kinderen die thuisonderwijs krijgen belemmerd worden in hun sociale ontwikkeling blijkt ook op geen enkele wijze gesteund door wetenschappelijk onderzoek. Ontwikkelingspsycholoog Steven Pont: "School is niet de enige plek om vrienden te maken, dat kan ook in de speeltuin of op de voetbalclub."

Regels
Op dit moment bepaalt de wet dat de overheid niet mag vragen op welke grond de vrijstelling wordt gevraagd. Ook is er op basis van de huidige wet geen controle op de kwaliteit van thuisonderwijs.

De Stichting Christenen voor Onderwijsvrijheid benadrukt dat wethouder De Jonge in Rotterdam in de weg die hij kiest, de grenzen van de Leerplichtwet overschrijdt, zeker wanneer hij dreigt met de Raad voor de Kinderbescherming. Ook stelt de stichting dat de wethouder de bewijslast omdraait: "De ouders hebben geen enkele verplichting om op gesprek te gaan."

Bronnen:

> Terug naar het nieuwsoverzicht <