CGB: Stage moslim terecht afgebroken

21 augustus 2007

Het Leidsche Rijn College in Utrecht heeft zich niet schuldig gemaakt aan discriminatie op grond van godsdienst toen het een stageovereenkomst met een moslimstudent vanwege geloofsuitingen voortijdig beëindigde.

Dat stelt de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) in een oordeel dat maandag bekend is gemaakt. De student, die tevens als invalimam actief was bij een moskee, volgde een tweejarige mbo-opleiding voor onderwijsassistent voortgezet onderwijs aan een regionaal opleidingscentrum.

In het open leer centrum van het Leidsche Rijn College hield hij als stagiair toezicht op leerlingen die zelfstandig opdrachten maakten op de computer. De stage begon in november 2006 en zou duren tot medio 2007.

Vanwege het openbare karakter van het Leidsche Rijn College kreeg de stagiair het verzoek met terughoudendheid over zijn geloof te spreken. Desondanks zou hij onder andere folders hebben uitgedeeld over een serie moskeelezingen en met een Turkse studente hebben gesproken over de juiste versie van de islam. De middelbare school kreeg daarop ongeveer tien klachten over de jongen.

Na een waarschuwend gesprek in januari besloot de rector van het Leidsche Rijn College in maart de stage te beëindigen. Als reden gaf hij onder meer op dat de stagiair, ondanks klachten en waarschuwingen, bleef ingaan tegen de gedragsregel van de school dat leerlingen en medewerkers hun geloof mogen uiten, mits dit geen afbreuk doet aan het door de school gewenste vrije werk- en leefklimaat.

Volgens de commissie past dit klimaat bij de manier waarop het openbaar onderwijs volgens de Grondwet moet worden geregeld en zijn gedragsregels als die van het Leidsche Rijn College dan ook niet discriminerend bedoeld.

Volgens de commissie staat verder vast dat de stage van de student niet is beëindigd vanwege zijn geloofsovertuiging, maar omdat hij het door de school gewenste leef- en werkklimaat aantastte. Mede omdat de gewenste gedragsverandering uitbleef, restte de school volgens de commissie geen andere maatregel dan de beëindiging van de stage.

Het Leidsche Rijn College krijgt wel het advies afspraken over geloofsovertuigingen uitdrukkelijk vast te leggen en aan de orde te stellen in begeleidingsgesprekken.

Bron: Reformatorisch Dagblad

> Terug naar het nieuwsoverzicht <