7 De bekostiging bijzonder onderwijs heeft geen nut en kan daarom probleemloos afgeschaft worden.

In deze stelling komen twee elementen samen. Aan de ene kant gaat het erom of het bijzonder onderwijs een karakter heeft dat exclusief is, waardoor het een unieke plaats ten opzichte van het openbaar onderwijs heeft. Aan de andere kant stelt deze stelling de keuzevrijheid van de ouders centraal. Wat is keuzevrijheid als er niet werkelijk iets te kiezen valt.

Argumenten pro deze stelling

35% van de bijzondere scholen vindt dat artikel 23 gemoderniseerd kan worden (Bron p18)

De Rooms Katholieke kerk is van mening dat er nu een te grote scheiding is tussen onderwijs en kerk. De kerk zou meer invloed moeten hebben (Bron)

Schoolidentiteit kan omschreven worden als de 'gedeelde opvattingen van de mensen die er werken, die maken dat identiteit een uniek kenmerk van de school wordt en het gedrag van leraren beïnvloedt'. Op veel protestants-christelijke scholen is deze schoolidentiteit afwezig. Leraren bepalen hun eigen visie op onderwijs en laten zich daardoor leiden. (Bron)

'Het is een open vraag of de katholieke school, zeker wanneer men haar definieert als een organisatie die haar voeding krijgt uit de band die zij van oudsher heeft met kerk en evangelie, het in de toekomst zal redden. Een meerderheid van haar docenten heeft deze band losgelaten, of geloof en kerk naar het privé-terrein verbannen; een generatie jonge docenten heeft deze band nooit gekend, en staat in het beste geval open en vrij tegenover de christelijke traditie en allerlei vormen van spiritualiteit. De katholieke school zal dus een katholiek aanbod moeten doen aan steeds meer niet-katholieke ouders en leerlingen met behulp van steeds meer niet-katholieke docenten. Het lijkt een onmogelijke opgave'. (…) 'Het probleem voor het bijzonder onderwijs is of het de spanning kan uithouden tussen enerzijds de ideologie van een tolerante, pluralistisch-relativistische levenshouding in een multi-culturele samenleving, waarin voor elke godsdienst en levensvisie een onverschillig 'respect' wordt gevraagd, en anderzijds de noodzaak van een eigen culturele en godsdienstige identiteit. Eenvoudig gezegd: de katholieke school is zo veralgemeniseerd, met een zo dunne christelijke saus overgoten, dat zij voor werkelijk iedereen acceptabel is geworden, maar ook niemand meer inspireert. (…) Een herprofilering van onze christelijke identiteit, op onze christelijke scholen, is niet gebaat bij opzichtig, provocerend vertoon van christelijke religiesymbolen, van uiterlijkheden. Je verstaan met de binnenkant van je eigen traditie vergt discretie, maar vooral tijd, moed, studie, inkeer en gebed. Hier liggen op termijn nieuwe kansen voor het christelijk onderwijs.' (Bron)

Godsdienstige grondslag is voor het merendeel van de ouders van ondergeschikt belang (SCP) (Bron p. 393).

Politicoloog Hans Vollaard sprak in een krant er zijn 'verbazing' over uit dat protestants geweld in ons land uitblijft. (…) 'Gelukkig maar', voegt hij er in één adem achteraan. 'Voor de rust in Nederland is het prettig dat protestanten niet tot gewelddadig verzet overgaan. (…) Daarvoor is de huidige vrijheid te aanlokkelijk. Protestanten zijn te zeer geïntegreerd en geëmancipeerd om zich te verzetten tegen de ontmanteling van de protestantse natie. Toch is het verbazingwekkend dat de protestanten zich neerleggen bij de huidige situatie. De vraag is hoeveel protestanten willen slikken van de niet-protestantse meerderheid. (…) Is de geestelijke wapenrusting nog wel in orde van de Nederlandse protestanten?' (Bron)