5 Het bijzonder onderwijs is door de confessionelen in 1917 afgedwongen, tegen de liberale wensen in. Sindsdien is er altijd over gediscussieerd, daarom is het nu tijd om het artikel af te schaffen.

Voorstanders van deze stelling zien het politieke compromis in 1917 als machtsmisbruik van de confessionelen. Toch zijn er ook argumenten om de vrijheid van onderwijs te plaatsen binnen het liberale gedachtengoed.

Argumenten contra deze stelling

Hoofdlijnenakkoord: “Aan de vrijheid van onderwijs wordt niet getornd. Scholen hebben het recht op naleving en bescherming van hun eigen grondslag en traditie. Scholen kunnen ouders en leerlingen vragen de grondslag en traditie van de school te respecteren. Van scholen mag dan worden gevraagd, zonder acceptatieplicht, om leerlingen op die basis te aanvaarden. In dat kader is het nuttig als gemeenten met scholen afspraken maken over de opneming van allochtone leerlingen” (Bron p 16-17)

Ook liberaal is de volgende visie:
Artikel 23 moet blijven want burgers geven opdracht aan overheid om dingen te regelen en betalen daarvoor belasting, die overheid moet dus beseffen dat verschillende groepen verschillende wensen hebben. (Bron)

Thorbecke had kritiek op een Gentse collega-hoogleraar die erg bezorgd was over de rol van private scholen. Die scholen zouden jongeren kunnen vergiftigen met opvattingen die de vrijheid ondermijnen. Nee dan Frankrijk, die had tenminste alle onderwijs openbaar gemaakt. ‘Maar Thorbecke laat geen spaan heel van dat ideaal. ‘Een regering, die zich slechts staande kan houden dan door dwangonderwijs, is al half verloren’, schreef hij in 1829. Om met de staatsbeginselen strijdige onderwijs te weren, moet de regering vooral rekenen op ‘de gezonde zin’ van goede burgers. Als die gezonde zin ontbreekt, helpt ook openbaar onderwijs niets. Sterker nog, als mensen met sterk verschillende opvattingen en doelen zelf scholen stichten en onderwijs geven, zorgt dat juist voor een brede betrokkenheid bij de koers en inrichting van de samenleving en daarmee voor burgerschap. In de woorden van Thorbecke: ‘particuliere belangen en het algemeen belang kunnen elkaar dan wederkerig bevorderen’.‘ Private en publieke belangen moeten met elkaar worden verbonden en elkaar versterken. (Bron)

Artikel zes van de liberale beginselen: ‘… De overheid waarborgt de vrijheid van onderwijs en de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs…’, artikel 11: ‘Het is de plicht van de overheid er voor te zorgen dat een ieder een zo groot mogelijke vrijheid geniet’. (Bron).

Liberaal Hans Wiegel: ‘Grote liberalen als Bos en Cort van der Linden, de laatste liberale premier, vonden het beëindigen van de schoolstrijd ook op zich van grote betekenis. Cort zei bij zijn aantreden dat deze strijd een wig in de samenleving sloeg, die van ons twee volken maakte. Hij vond het een weldaad voor de natie daar een eind aan te maken’. Wiegel verwijst ook naar de vroegere liberale minister van onderwijs Gerrit Bolkestein (de grootvader van Frits) en naar zijn voorganger Oud, die gehakt maakten van het verwijt dat de liberalen omwille van het algemeen kiesrecht de openbare school verkochten. ‘Bolkestein gaf aan dat liberalen er een eer in moesten scheppen het openbaar en het bijzonder onderwijs gelijkelijk, zoals hij zei, vooruit en omhoog te helpen. Oud was de man die in 1959 op 72-jarige leeftlijd als lijsttrekker de VVD nog een grandioze overwinning bezorgde. Hij maakt in zijn boek ‘Honderd jaren’ duidelijk dat het absoluut nodig was aan de verziekende en verdelende schoolstrijd een eind te maken. Die notie moeten we goed voor ogen houden bij de integratie van een miljoen moslims in onze sameneving.’ (Bron)

Rutte: ‘Wij zouden met z’n allen in Nederland eens moeten erkennen dat onze voorouders 85 jaar geleden een ongelooflijk goed stelsel in elkaar gedraaid hebben. Het is uniek in de wereld en zorgt dat we heel goed onderwijs hebben. Het is ook een systeem dat de kwaliteit van scholen stimuleert omdat ouders de vrijheid hebben om naar een andere school te gaan als het ze niet bevalt’. (Bron)