Meer islamitische middelbare scholen

30 oktober 2021

De wet 'Meer ruimte voor nieuwe scholen' lijkt te leiden tot een forse stijging van het aantal islamitische middelbare scholen. Er zijn nu twee islamitische scholen voor voortgezet onderwijs en voor vijf nieuwe plannen zijn voldoende handtekeningen van ouders opgehaald.

De Volkskrant meldt dit vandaag. De wet 'Meer ruimte voor nieuwe scholen' heeft het makkelijker gemaakt om een een school te stichten. Dit eerste jaar dat de wet actief is, zijn ruim 80 plannen voor nieuwe scholen bij het ministerie ingediend. Ongeveer één op de vier van deze plannen gaan uit van een islamitische identiteit.

De Volkskrant heeft onderzocht dat in ieder geval vijf plannen voor een nieuwe middelbare scholen op islamitische grondslag voldoende handtekeningen hebben verzameld. Het gaat om twee aanvragen in Amsterdam en één in Utrecht, Den Haag en Schiedam.

Geschiedenis
De geschiedenis van de islamitische scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland kent vooral veel onrust. Na grootschalige examenfraude in 2013 verdween de Rotterdamse Ibn Ghaldoun. De opvolger, het Avicenna College, had in 2020 problemen met ruzie tussen de bestuurder en docenten.

In Amsterdam sloot in 2012 het Islamitisch College Amsterdam door met name een gebrekkige onderwijskwaliteit. Vijf jaar later werd het Cornelius Haga Lyceum geopend. Uiteindelijk bevestigde de rechter het bestaansrecht van deze school, ondanks jarenlange tegenwerking door het ministerie en de gemeente Amsterdam. In 2019 en 2020 was ook daar onenigheid in het bestuur en de schoolleiding. Of de huidige situatie op het Haga Lyceum een relatie heeft met de twee nieuwe aanvragen uit Amsterdam, is niet helemaal duidelijk.

Gebedsruimte op het Cornelis Haga Lyceum

Ruimte voor eigen cultuur
Ondanks dat in de politiek de afgelopen jaren vaak gedebatteerd is over islamitisch onderwijs omdat er angst leefde dat het onderwijs de integratie zou belemmeren, zijn toch met de nieuwe wet de stichtingsregels voor scholen versoepeld. Renée van Schoonhoven, hoogleraar onderwijsrecht (Vrije Universiteit): 'Den Haag zat hier sinds 2000 mee in de maag. Kinderen van gastarbeiders zijn opgegroeid in Nederland en willen ook eigen scholen oprichten. Maar er heerst een hardnekkig vooroordeel dat islamitische scholen, net als reformatorische en orthodox-joodse, met hun rug naar de samenleving staan en leerlingen indoctrineren met verwerpelijke gedachten.' Van Schoonhoven noemt de wet een grote stap.

De ingediende plannen worden niet overal positief ontvangen. Iniatiefnemer Enes Ulusoy voor een nieuwe school in Beverwijk: "Als we samen willen leven, moeten we ook verschillende meningen toestaan." De felle reacties op het Beverwijkse plan bewijzen volgens Ulusoy dat de godsdienstvrijheid in Nederland wordt gepredikt, maar niet gepraktiseerd. Ook het gemeentebestuur is tegen. Een woordvoerder van de gemeente stelt dat de ideeën van de nieuwe school niet stroken met 'waar we in Beverwijk voor staan'. Bovendien zouden er volgens de gemeente in de regio al voldoende scholen zijn.

Thuis en school
De vijf aspirant-scholen die wel voldoende handtekeningen hebben behaald, benadrukken midden in de Nederlandse samenleving te staan. Yusuf Altuntas (48) van het Islamitisch College Fiducie in Amsterdam noemt als enige verschillen: "We geven twee uur godsdienstles per week en leerlingen krijgen ruimte om op school te bidden. Daarmee bieden we een betere aansluiting tussen de thuis- en schoolcultuur."

Turan Narcicegi (49) van het Aida College (Den Haag) benadrukt dat het islamitisch karakter wel terugkomt bij alle vakken. "Maar islamitisch betekent niet dat je met oogkleppen rondloopt." Dat geldt ook voor de middelbare school in Schiedam, zegt initiatiefnemer Hasan Gogus (43): "De meeste van onze docenten zijn hier geboren en getogen, ze kennen de Nederlandse normen en waarden."

Vervolgstappen
De komende maanden legt de Onderwijsinspectie de plannen van de initiatiefnemers die voldoende handtekeningen hebben opgehaald, langs de meetlat. Het onderwijsaanbod moet de 'sociale cohesie' en 'basiswaarden van de democratische rechtsstaat' bevorderen. Ook moeten de aspirant besturen uiteenzetten hoe ze hun school inrichten, hoe ze zwakkere leerlingen ondersteunen en het onafhankelijke interne toezicht waarborgen.

Na een advies van de inspectie hakt de minister van Onderwijs aankomend jaar de knoop door.

Dit artikel is een samenvatting van:

> Terug naar het nieuwsoverzicht <