Toen en nu

De geschiedenis van de vrijheid van onderwijs is anders verlopen dan velen denken. Al ruim voor 1917 ontvingen bijzondere scholen geld van de overheid.


  • 1806
    Van der Ende stelt de eerste landelijke Schoolwet op. Deze wet was het eindpunt van een ontwikkeling vanaf 1795 waarbij het onderwijs steeds meer een taak werd van de centrale overheid. Lees verder>>>
     
  • 1848
    In de nieuwe Grondwet wordt het recht op vrijheid van onderwijs vastgelegd. Het zwaartepunt blijft liggen bij de door de overheid bekostigde openbare scholen. Lees verder>>>
     
  • 1878
    De nieuwe Schoolwet stelde strenge eisen aan onderwijssalarissen, huisvesting van de scholen en werkomstandigheden van het personeel. Dit wetsvoorstel leidde tot het Volkspetitionnement. Lees verder>>>
     
  • 1887
    Bij de grondwetsherziening van 1887 wordt het onderwijsartikel niet gewijzigd. Wel blijkt er in kabinet en kamer bereidheid meer voor bijzondere scholen te doen. Lees verder>>>
     
  • 1889
    De Lager Onderwijswet wordt aangepast, zodat er een mogelijkheid komt voor bijzondere scholen om subsidie te ontvangen. Lees verder>>>
     
  • 1900
    Door minister Goeman Borgesius wordt de leerplichtwet in de Tweede Kamer verdedigd. De confessionele partijen zijn fel tegen. Lees verder>>>
     
  • 1905
    Door het christelijke kabinet onder leiding van A. Kuyper wordt de subsidiëring voor bijzondere scholen uitgebreid. Lees verder>>>
     
  • 1917
    Bij de grondwetswijziging van 1917 werd vastgelegd dat het bijzonder onderwijs op dezelfde wijze recht had op financiële steun van de overheid als het openbaar onderwijs. Lees verder>>>
     
  • 1920
    Als gevolg van de grondwetswijziging in 1917 komt de nieuwe Lager Onderwijswet tot stand. Lees verder>>>